Cocaïneverslaafden zijn slecht in het veranderen van aangeleerd gedrag en komen niet snel in actie om tegenslagen te vermijden. Dat blijkt uit onderzoek van een internationaal team met onder meer psychologen Sanne de Wit van de Universiteit van Amsterdam en Maartje Luijten van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Het onderzoek, dat beschreven staat in de nieuwste editie van ‘Science’, biedt handvatten voor de behandeling van verslaving.
Cocaïnegebruik begint met een eerste snuif en de euforische high die daarop volgt. Maar in de loop van de tijd kan gebruik transformeren in een verslaving die leidt tot financiële en gezondheidsproblemen en tot vervreemding van vrienden en familie. Om het effect van beloning en straf op het aanleren van gewoontes in het lab te onderzoeken, selecteerden de psychologen 72 proefpersonen met een cocaïneverslaving. 53 niet-verslaafden vormden de controlegroep.
Van puntenaftrek tot shock
In een eerste test moesten de proefpersonen zo snel mogelijk een knop indrukken wanneer ze een afbeelding op een beeldscherm zagen verschijnen. Voor iedere correcte en vlotte respons verdienden ze punten. Na een kwartier oefenen veranderde de opzet. Bij sommige afbeeldingen leidde het aangeleerde gedrag, het indrukken van de knop, nu juist tot puntenaftrek. Verslaafden bleken significant slechter in het onderdrukken van hun aangeleerde gedrag bij het uitblijven van beloning; ze bleven op de knop drukken, zelfs wanneer dat tot straf leidde.
In een tweede experiment kregen de proefpersonen een nieuwe set plaatjes te zien. Ditmaal kregen ze bij sommige afbeeldingen een milde schok toegediend. Om de schok te voorkomen, moesten ze bij de bewuste afbeelding op een pedaal trappen. In deze opzet waren de cocaïneverslaafden minder geneigd het pedaal in te drukken om de negatieve uitkomst te vermijden.
Op de automatische piloot
Het onderzoek, dat onder leiding stond van psycholoog Karen Ersche van de University of Cambridge, toont de rigiditeit van het gedrag van verslaafden. Ze zijn zeer gevoelig voor een aanvankelijke beloning, maar kunnen hun gedrag slecht aanpassen als de omstandigheden veranderen. ‘Ze gaan eerder over op de automatische piloot van een gewoonte,’ stelt De Wit.
De snelle gewoontevorming en onverschilligheid tegenover straf, zijn wellicht te vertalen naar effectievere behandeling van verslaving. Het benadrukken van de negatieve gevolgen van een verslaving ‘hou ermee op, anders raak je je baan kwijt’ – is in veel gevallen niet effectief. De Wit: ‘Sterker nog, het brengt stress met zich mee en uit eerder onderzoek blijkt dat stress mensen juist terugwerpt op hun gewoonten.’
De Wit ziet meer heil in het benutten van de gewoontegevoeligheid door de drugsverslaving te vervangen door een andere, positieve gewoonte. ‘Ik denk dan aan het opzoeken van gezelschap van vrienden en familie of het oppakken van een sport als alternatief voor drugsgebruik.’ Een andere aanpak die soelaas kan bieden is het belonen van het niet-gebruiken, zoals gebeurt in een onderdeel van cognitieve gedragstherapie dat contingency managementwordt genoemd. Daarbij kunnen verslaafden bijvoorbeeld vouchers verdienen voor abstinentie. Met die vouchers kunnen ze vervolgens naar de sportschool of uit eten. Het gewenste gedrag wordt op die manier positief bekrachtigd.
Alcoholverslaving bij dieren
Zijn verslaafden meer rigide in hun gedrag door de neurotoxische effecten van het drugsgebruik, of ligt de gevoeligheid voor gewoontevorming ten grondslag aan de verslaving? Dat is op basis van deze studie niet te zeggen, benadrukt Luijten. ‘Daarvoor zou je een groep mensen jarenlang moeten volgen en bij degenen die een verslaving ontwikkelen moeten bekijken wat eerder ontstond, de drugsverslaving of algemene rigiditeit in gedrag. Onderzoek naar alcoholverslaving bij dieren wijst op een interactie tussen de twee, waarbij gewoontegevoeligheid verslaving in de hand werkt en die verslaving de dieren vervolgens gevoeliger maakt voor het vormen van gewoonten.’
In vervolgonderzoek volgt Luijten jongeren langere tijd om te bepalen of vergelijkbare rigiditeit gepaard gaat met de ontwikkeling van nicotineverslaving. De Wit onderzoekt hoe eetgewoontes ontstaan en doorbroken kunnen worden.
Publicatiegegevens
Karen Ersche, Claire Gillian, P. Simon Jones, Guy Williams, Laetitia Ward, Maartje Luijten, Sanne de Wit, Barbara Sahakian, Edward Bullmore, Trevor Robbins. ‘Carrots and sticks fail to change behavior in cocaine addiction’. Science; 17 Jun 2016; DOI: 10.1126/science.aaf3700